Skip to content
bron: bright.nl

Waarom automerken niet blind Apple of Google volgen in de strijd om het dashboard

rngd | | Geen reacties

Als je voor het eerst in een andere auto stapt, voelt het meestal meteen vertrouwd: stuur, gaspedaal, rem – alles zit op z’n plek. Daar hebben we collectief afspraken over gemaakt, simpelweg omdat het te belangrijk is om als autofabrikant mee te knoeien. Maar zodra je kijkt naar het digitale gedeelte van de auto, het infotainmentsysteem, houdt die overeenstemming al snel op. Daar is nog altijd geen universele logica, geen vaste vorm of gedrag. Apple en Google zagen dan ook hun kans schoon: waarom niet de vertrouwde telefoonervaring doortrekken naar het dashboard? Dat klinkt best logisch. Je krijgt namelijk niet alleen toegang tot je favoriete apps en instellingen, het werkt ook intuïtiever. Je kent het systeem al. En dat is precies wat gebruikers willen: geen onhandige zoektocht in elke nieuwe auto, gewoon je telefoon aansluiten en rijden maar. Maar zodra we de autofabrikanten vragen wat zíj belangrijk vinden, wordt het ingewikkelder. Goede software bouwen is duur en lastig, dus de techniek aan Apple uitbesteden klinkt aantrekkelijk. Updates via de lucht? Goed geregeld. Automerken kunnen zich zo richten op waar ze goed in zijn: auto’s bouwen. Maar daar begint het verschil in belang met techbedrijven. In eigen hand houden Voor autofabrikanten draait het namelijk om meer dan alleen prijs en technologie. De rijervaring moet het merk weerspiegelen—de visie, de stijl, het gevoel. En dat willen ze zelf in de hand houden. Apple moeten vragen om de interface aan te passen voor iedere wijziging? Liever niet. Apple lijkt juist het tegenovergestelde te willen: volledige controle over de interface van CarPlay Ultra , de nieuwe, uitgebreide versie van CarPlay. Maar veel fabrikanten zijn daar huiverig voor. Voor hen is Apple uiteindelijk gewoon een leverancier. Waarom zou je iets uitbesteden dat je ook zelf kunt bouwen? Bovendien maken ze zich zorgen: wat wil Apple hier echt mee bereiken? Autofabrikanten hebben al jarenlang gewerkt aan hun gebruikerservaring. Die zomaar uit handen geven aan een techbedrijf dat bekendstaat om zijn gesloten ecosysteem—dat voelt toch riskant. Elke knop, elk ontwerpdetail wordt dan een onderhandeling. En updates? Die lopen via de grillen van Apple. Stel je eens voor dat Apple in zijn software rekening zou houden met elke uitzonderlijke wens van elk merk. Onmogelijk. Apple staat immers niet bekend om z’n flexibiliteit: zij bepalen hoe knoppen of links eruitzien, vragen commissie voor iedere digitale aankoop en houden daar streng toezicht op. Is er geen middenweg? En tóch voelt de auto als een logische volgende stap als het gaat om digitale vernieuwing. En wie beter dan Apple om zich daarover te buigen? In een auto draait het net zo goed om design en gebruikservaring als bij smartphones en computers. Is er dan echt geen middenweg? Een oplossing die fabrikanten hun eigen merkgevoel laat behouden, gebruikers een consistente ervaring biedt, én Apple ruimte geeft om zijn eigen design toe te passen? Nou, die zou er wel eens kunnen zijn. Niet een besturingssysteem van één partij, maar een gezamenlijke basis: een protocol of API waar alle grote fabrikanten achter staan. Vergelijk het met een open source-project. Geen van de spelers heeft volledige controle, wijzigingen worden alleen doorgevoerd als ze echt het ecosysteem vooruit helpen. Zo’n samenwerking zou gefinancierd kunnen worden door de autobouwers zelf, beheerd door een onafhankelijke stichting en geleid door experts zonder directe belangen. Apple en Google kunnen daarbovenop hun eigen schil bouwen, zoals CSS bovenop HTML in webdesign. Gaat dat de innovatie vertragen? Laten we realistisch zijn: in het begin misschien wel. Maar op de lange termijn ontstaat zo een stabiele, gedeelde basis waarop iedereen kan bouwen. En met de juiste structuur zou dat zelfs nieuwe innovatie kunnen aanjagen. Waarom bestaat deze “Digitale Autobond” dan nog niet? Waarschijnlijk omdat autofabrikanten niet gewend zijn om controle te delen. Open source zit niet bepaald in hun DNA. Laat staan dat ze willen investeren in iets wat ze niet volledig bezitten. Zoals Matter maar dan voor auto’s Apple en Google blijven ondertussen gretig doorbouwen aan hun eigen interpretaties. Ze hebben er inmiddels al miljarden in gestoken en zullen die controle niet zomaar afstaan aan een overkoepelende organisatie. Toch wijst een voorbeeld als Matter , de universele smart home-standaard, uit dat Apple wél degelijk mee wil doen, mits het fundament sterk is en de belangen kloppen. Zo’n model zou ook in de autowereld kunnen werken. De EU zou hierin een rol kunnen spelen, niet alleen als waakhond, maar als actieve partner: co-financier en aanjager van een eerlijk speelveld. Ironisch genoeg lijkt het vraagstuk sterk op de staat van het internet: ooit open, universeel, maar het staat nu onder druk van partijen als Google en OpenAI. Misschien is dit wel hét moment om nog grip te krijgen op een digitaal domein dat snel uit onze handen glipt: het scherm in je auto. Lees meer over apps en mis niets met onze eigen Bright-app .

Lees meer op: BRIGHT.NL


advertentie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *